ALLERZIELEN |
|||||
|
|||||
Op Allerzielen -2 november- herdenkt de Kerk alle overleden gelovigen. De traditie stamt, voorzover bekend uit de abdij Cluny (klooster uit het Frankische Rijk) waar abt Odilo in 998 bepaalde dat alle met Cluny verbonden kloosters op de dag na Allerheiligen de gestorvenen op bijzondere liturgische wijze moesten herdenken. In de 14de eeuw werd deze herdenkingsdag algemeen in de Rooms-Katholieke Kerk.
Het bidden voor de overledenen werd reeds in de 2de eeuw voor Christus gedaan (zie 2 Makk.12,43-45). Men geloofde dat de overledenen hierdoor van hun zonde zouden worden vrijgesproken. Tijdens het Concilie van Trente (1545-1563) werd de geloofsleer vastgelegd dat er een vagevuur is en dat de overleden gelovigen daar door de gelovigen op aarde kunnen worden geholpen.
|
Allerzielen wordt in
de Kerk gevierd als een gedachtenis; |
|||
1ste lezing | 2 Makkabeeën 12, 43-46 | of: Wijsheid, 4, 7-15 | of: Jes 25, 6a, 7-9 |
2de lezing | I Korinte 15, 51-57 | of: 1 Tess. 4, 13-14 + 17b-18 | of: Rom. 5, 5-11 |
Evangelie | Johannes 6, 37-40 | of: Joh. 11, 17-27 |
Wat zegt de Katechismus van de Katholieke Kerk over Allerzielen?